STAMBOOM ABMA
"SPOREN IN DE TIJD"
Na de stamboom van mijn vaderskant te hebben uitgezocht, was ik ook geïnteresseerd
In mijn moeders stamboom. Op het internet was al wel veel stukjes te vinden, maar dit
was meestal alleen in de rechte lijn van diegene die het stuk had uitgezocht.
Dit was wel een goed uitgangspunt om mee te starten,maar voor wat ik voor ogen had
volstrekt onvoldoende. Ik wilde een zo gedetailleerd mogelijke stamboomuitzoeken.
Daarbij wilde ik ook de aangetrouwde personen verder uitdiepen, en de vrouwelijk
Familieleden met hun gehele gezin.
Dat dit een hele onderneming zou worden had ik al snel door, toen ik de naam Abma in
toetste op de site van Tresoar.
Dit heeft mij er niet van weerhouden om me bij de eerste opzet te houden.
Waar begin je met een stamboom?
Eerst noteer je alles wat je zelf weet, en probeer je dit een plaats te geven in de stamboom.
Daarna ga je bij familieleden die je kent informeren.
In mijn geval ging ik bij Oom Pieter langs, een broer van mijn –in 1990- overleden moeder.
Deze bleek zelf ook geïnteresseerd in de familie geschiedenis, en had , zonder Computer! het
een en ander verzameld. Wat zeer waardevol was dat er een getypt stukje bij zat van de
Heer Taede Ruurds Abma. gehuwd met Froukje Ages Schrale.
Ze woonden in 1970 in Velp.
Dit was zo bijzonder omdat hij bijzonder nauwkeurig had omschreven waar de Abbema-sate
vroeger lag.
Het vroegste bericht omtrent de plaats stamt uit 1421.
“ende in denzelve jare wort Rawart, Roerdahusen ende Yerensem verdorven” Hiermee wordt
bedoeld dat rond deze plaatsen gevochten en geplunderd is door de “Schiringhen”.
De plaats van handeling ligt op de grens tussen Schieringen en Vetkopers.
Een grens die lag op de slachtedijk, een waterkering die lag tussen Westergo en Oostergo.
Deze begint in Oosterbierum en eindigt in Rauwerd.
De Abbema-state lag op een plaats die “Tsienserbuorren”werd genoemd.
Precies binnen de driehoek Rauwerd, Roordahuzum en Irnsum, die in 1421 werden genoemd,
en dus in het gebied van de vetkopers. Dit bestond uit 6 boerderijen,
vroeger ook wel stemplaatsen genoemd.
De registratie was dus toen gebonden aan de woonomgeving, in tegenstelling tot nu we een
persoonsgebonden stem hebben.
De oude weg, nu gemoderniseerd, was er eerder dan de Middelzeedijken ter plaatse,
Bij name ook het dijkje dat over”de ronde schoorsteen”en “Engelape”naar de “drie Romers”liep.
De oude weg ging over de erven van de plaatsen van“Tsienserbuorren” en naar de beide
“Twixels’ en mogelijk door naar Friens.
Aan de oude weg lagen de stemplaatsen Tsiensera: nr. 3, Abbema: nr 4, Jelgersma: nr 5,
Great-Bieckema:nr 7, en Tsierksma: nr 8. Nr 6 lag even zuidelijker van nr 3 aan een smal opdijkje.
De landerijen van de Abbema-state lagen noordelijker van de sate, aan de zijde van het
“Ald-Swin, ook wel “Syltsjesleat”genoemd.
Dit was de scheidingsloot met de noordelijk plaatse.
Opvallend zijn de namen De Trije Rommers en Ald-Swin die nog het zelfde zijn als die
eerder genoemd worden.
Als je in ogenschouw neemt dat de broers Wybe en Willem Wabes al rond 1620 eigenerfde
waren van de Abbema sate, moet er al een voorvader van ons gewoond
hebben zo rond 1515. Het is dan ook bijna zeker te stellen dat de Wabe waar de stamboom
mee begint de eerst bekende Abma is. Drie generaties in de rechte lijn waren nodig om de
eigenerfde rechten uit te oefenen.
Daarnaast kreeg ik via Grietje van Abbema-Crans een boekje in handen van Anna Heeringa.
Die op 100 jarige leeftijd in 2006 een stamboom boekje had uitgegeven met een stamreeks
van haar voorouders. Hierin veel waardevolle details over de Abma’s.
hieruit zou blijken dat Abbema’s en de Van Abbema’s uit de zelfde familie zouden afstammen.
Bewijs hiervoor is niet gegeven.
Wel werd geschreven dat een Hessel Keimpes van Abbema, in 1511 en 1546 mede-eigenaar
was van de Abbema sate.
Volgens mij kan het dan ook zo zijn dat de overgrootvader en grootvader van WYBE WABES
Mede eigenaar waren van de Abbema sate, die zo genoemd was omdat een Van Abbema mede
Eigenaar was. Dit zou de naam van de Boerderij meteen verklaren.
Later zouden ze dan hun achternaam hieraan verleend hebben.
Om een beeld te krijgen van de omstandigheden van boeren in het algemeen in de
19de en 20ste eeuw, zou je eigenlijk eerst de boeken “hoe God verdween uit Jorwerd” van
Geert Mak, en “De Oerpolder” van Hylke Speerstra moeten lezen.
Hierin wordt op indringende wijze de erbarmelijk omstandigheden van het leven in die tijd,
en in het bijzonder die van boeren omschreven.
Vooral “De Oerpolder” grijpt je behoorlijk bij de strot.
Deze boeken gelezen hebbende, zul je nog beter kunnen begrijpen in welke omstandigheden
onze voorvaderen geleefd moeten hebben.
Ik wil er nog op wijzen dat de gegevens zoals ze in deze stamboom genoemd zijn nog niet allemaal
geverifieërd zijn.
Ik wens een ieder veel lees plezier.
Speciale dank gaat uit naar:
- Pieter Baukes Abma , mijn oom voor de info, waarmee ik de stamboom kon opstarten.
- Grietje van Abbema, voor het toezenden van haar info en het boekje van Anna Heeringa.
- Sibbele Postma voor het aanleveren van zeer veel info van voor 1811.
En natuurlijk een ieder die zijn persoonlijke info aan mij heeft willen doorgeven
Arjen Joost Hillebrand. |